Vanaf 2024 wijzigt de verrekening van het vertrekvakantiegeld. Maar wat betekent dit voor werknemers en werkgevers? Eerst en vooral, maken we een onderscheid tussen arbeiders en bedienden. Arbeiders krijgen hun vakantiegeld via de vakantiekas, ongeacht bij welke werkgever ze in dienst zijn. Voor bedienden is het anders: hun vakantiegeld wordt betaald door de werkgever bij wie ze aan de slag zijn.
Als een bediende uit dienst gaat, dan betaalt de oude werkgever vertrekvakantiegeld.
Telkens de bediende een dag vakantie opneemt bij zijn nieuwe werkgever zal deze laatste de bediende zijn enkelvoudig vakantiegeld betalen. Afhankelijk van het moment waarop je in dienst komt, zal de nieuwe werkgever ook je dubbel en aanvullend vakantiegeld uitbetalen op basis van het loon dat je op dat moment verdient bij de nieuwe werkgever.
Vermits de bediende bij zijn vertrek reeds vertrekvakantiegeld heeft ontvangen van zijn oude werkgever, mag de nieuwe werkgever dit verrekenen; en dit gebeurt in de praktijk
meestal bij betaling van het dubbel en aanvullend vakantiegeld en/of op het normale loon.
De huidige praktijk van verrekenen bestaat erin dat het volledige vertrekvakantiegeld, dus zowel het enkelvoudig vakantiegeld als het dubbel en aanvullend vakantiegeld in één keer worden verrekend. Met vaak als gevolg dat er van het dubbel en aanvullende vakantiegeld niet veel overblijft en meer nog dat er eventueel nog wordt ingehouden van zijn gewone loon.
Vanaf 2024 verandert de regelgeving rond de verrekening van het vertrekvakantiegeld, om deze in lijn te brengen met de Loonbeschermingswet. Belangrijke nuance: enkel de verrekening van het enkelvoudig vakantiegeld zal wijzigen. De verrekening van het dubbel en aanvullend vakantiegeld blijft ongewijzigd.
De verrekening van het enkelvoudig vertrekvakantiegeld zal vanaf 2024 in 2 fasen verlopen. Voor elke dag vakantie die je opneemt en waarvoor je vertrekvakantiegeld hebt ontvangen van de vorige werkgever, zal de nieuwe werkgever je niet langer 100% betalen, maar slechts 10% van je dagloon. 90% van je dagloon houdt hij reeds in. In december (of wanneer je vroeger uit dienst gaat) controleert je werkgever of het ingehouden bedrag voldoende is om het vertrekvakantiegeld van de vorige werkgever te verrekenen. Als dat niet zo is, dan zal de nieuwe werkgever nog extra inhouden. Is de 90% die werd ingehouden door de nieuwe werkgever te veel, dan zal dit worden gecompenseerd en terugbetaald. Dezelfde manier van werken zal toegepast worden op arbeiders die overstappen naar een bediendestatuut. Let op: deze afrekening staat los van de zogenaamde decemberafrekening.
De decemberafrekening moet opgemaakt worden voor bedienden die hun arbeidsregime verminderen, bijvoorbeeld wanneer je overstapt van een voltijdse regeling naar een deeltijdse regeling.
Twee belangrijke principes:
Als je overstapt naar minder werken, worden je vakantiedagen en -geld aangepast.
Maak je geen zorgen over het verliezen van vakantierechten door deze verandering. Aan het einde van het jaar bekijkt je werkgever hoeveel vakantierechten je hebt opgebouwd en wat je eventueel hebt gemist door het verminderen van je werkuren en dit wordt gecompenseerd via de decemberafrekening.
Tips voor onze payroll rebels
Werkgevers zullen verplicht zijn om de details van de nieuwe verrekening van het vertrekvakantiegeld helder en begrijpelijk aan hun werknemers over te brengen. Ook de vakantieattesten moeten aangepast worden. Het is afwachten hoe dit alles vorm gaat krijgen.
Heb je een prangende vraag of loop je ergens tegenaan? Stuur al je vragen en opmerkingen naar info@payrollacademy.be
Delen op